• Home
  • Nieuws
  • Waalfront: wanneer krijgen we eindelijk het gevoel door Ulpia Noviomagus te lopen

Waalfront: wanneer krijgen we eindelijk het gevoel door Ulpia Noviomagus te lopen

Geplaatst op    door      Leestijd: 4 minuten
Waalfront: wanneer krijgen we eindelijk het gevoel door Ulpia Noviomagus te lopen

Een bijzondere opgave. Dat is het bouwen in het Waalfront in alle opzichten. Tot 2009 stroomden de soepluchten hier nog de woonwijk in. Het Waalfront verandert nu in een gewilde woonwijk die bruist dankzij de Honig ondernemers. Maar uniek is vooral de rijke geschiedenis van deze plek. Nergens in Nederland vind je een plek waar zoveel lagen van de historie samen komen. En, waar de eerste stad van Nederland lag. Een Romeinse stad van ongekende proporties met wel 7000 inwoners.

Dat dit gebied van groot nationaal cultuurhistorisch belang is lijkt vaak niet door te dringen. Want wat er herinnert er nog aan in Nijmegen? Op een enkele vrij onopvallende visualisatie na, zoals een metalen stellage en wat straatstenen op het Maasplein, nagenoeg niets. Visualisaties waar geen toerist voor gaat omrijden. Zo abstract dat niemand er iets van snapt of ermee op de foto wilt.

Het Waalfront is ook de plek van verdedigingsforten en de eerste industrie van Nijmegen. Op deze plek kun je vertellen hoe Nijmegen uitgroeide van Romeinse stad tot middeleeuwse vestingstad die lang de stadsmuren niet mocht slopen vanwege militair belangen. Waar de industrialisatie laat op gang kwam, maar uiteindelijk de stad snel liet groeien.

Al vanaf het besluit in het Waalfront te gaan bouwen stond vast dat die historische gelaagdheid hier zichtbaar moest worden. Een kanjer van een kans voor een stad die zich graag profileert als oudste stad van Nederland. In het eerste Masterplan uit 2007 werd flink gestoeid met de opgave de Romeinse historie zichtbaar te maken. Men kwam niet verder dan een Romeins stratenpatroon, gekopieerd uit een Tunesisch stadje. Verguisd door geschiedeniskenners want totaal niet Nijmeegs. En alweer, veel te abstract.

De crisis fietste door al deze plannen heen, het Masterplan verdween in de prullenbak. Het bouwtempo vertraagde en even leek dit juist kansen te bieden voor de cultuurhistorie. Voor de publieksopgraving nabij de Honig werd de tijd genomen, een hoopvol voorbeeld van hoe je archeologie beleefbaar maakt. De wijk Batavia – of Koningsdaal zoals de ontwikkelaar het zelf noemt – verrees en de kopers stonden in de rij. "Wandel je door Koningsdaal dan voelt het alsof je door Nijmegen-Oost of Bottendaal loopt", zo prijst de ontwikkelaar het gebied aan. Maar wanneer krijgen we nu eindelijk eens het gevoel door het unieke Waalfront, vroeger Ulpia Noviomagus te lopen?

De ontwikkeling van de rest van het Waalfront, van Fort Krayenhoff tot aan de Waalhaven, gaat beginnen. Daarom ligt het stedenbouwkundig plan Waalkwartier nu bij de gemeenteraad. Het behoud van de Honig is gelukkig uitgangspunt in het plan. Na transformatie blijft er plek voor creatief ondernemerschap. Fort Krayenhoff wordt weer zichtbaar in de vorm van een fraai park. Maar opnieuw is het plan qua Romeinse visualisatie bedroevend.

Een omtrek van zeker 80 bij 80 meter en naar schatting wel 20 meter hoog


Op de plek waarvan we dankzij opgravingen zeker weten dat er een enorm badhuis lag, met een omtrek van zeker 80 bij 80 meter en naar schatting wel 20 meter hoog (vergelijking: zo hoog als een appartementencomplex van 7 woonlagen) komt een Badhuisplein. Een waterelement op het plein verwijst naar de badcultuur. De bebouwing eromheen krijgt een bogenrij die de gebouwen een "Italiaans aanzicht" moeten geven. In de schetsen staat alvast een standbeeld van Julius Caesar, geen Traianus of Tiberius. Die ontwerpersvrijheid kan ik nog begrijpen. Maar verder verwijst niets in het hele Waalkwartier straks naar Ulpia Noviomagus. Ook in de architectuur rond het Badhuisplein verwijst behalve die arcades en de Italiaanse (niet te verwarren met Romeinse) aanzichten niets naar het grootste Romeinse badhuis van het land dat hier ooit stond.

En dat terwijl de vorm van het badhuis prima te reconstrueren is, ook als het nooit volledig is opgegraven. Romeinen ontwikkelden dergelijke badhuizen immers volgens een vast patroon. In Xanten ligt een reconstructie van exact zo'n badhuis. Xanten laat zien dat je prima die vorm kunt benutten en die naar een modern gebouw kunt vertalen. Dan beleef je hoe groots een stad als Ulpia Noviomagus ooit was.

Er ligt nu een kans om ambitie te tonen, af te wijken van de Nijmeegse ziekte om alleen maar abstract en onherkenbaar de historie te visualiseren. Juist hier ligt er een kans om dat niet in – zoals criticasters het graag typeren – Efteling stijl te doen. Je hebt de vrijheid om niet 1-op-1 te reconstrueren. Maar gebruik de Romeinse vormentaal en kleurstellingen als inspiratiebron voor een modern ontwerp. Pas dan verrijst er eindelijk iets waarmee wij aan Nijmegenaren en toeristen kunnen vertellen over onze bijzondere historie. Iets van iconische waarde met aantrekkingskracht omdat mensen ermee op de foto willen. En laat dat dan weer een inspiratiebron zijn om later in het Waalfront nog een plek te vinden voor een Romeinse stadspoort of misschien zelfs – zoals stadsarcheoloog Jan Thijssen voor zijn overlijden nog wenste – een groots gebaar zoals een kolossaal beeld van Traianus.

Rosalie Thomassen
Fractievolger bij Stadspartij DNF

Dit opiniestuk verscheen op 13 december in De Gelderlander editie Nijmegen

Artist impression van het badhuis dat in Ulpia Noviomagus lag.
Schrijf in voor onze nieuwsbrief en we informeren je periodiek.
Inschrijven



Word lid